Project

Proeftuin voor Duurzame en Innovatieve kringlooplandbouw Van Pallandtpolder

Samenvatting
  • Projectstatus
    Lopend
  • Regio
    Zuid-Hollandse Delta
  • Thema
    Duurzame akkerbouw
  • Projectregeling
    EIP
Meer informatie
In deze Proeftuin werken een akkerbouwer en een veehouder samen met Lentiz MBO om een realistische vorm van natuurinclusieve kringlooplandbouw gebaseerd op ‘eiwitrijk voer voor mest’ uit te werken voor de Zuid-Hollandse Delta, met minder kunstmest en emissies, meer biodiversiteit, weerbare gewassen en teeltsystemen, verbinding met de burger èn een goed verdienmodel. Deze integrale aanpak en samenwerking is de kern van de innovatie.

Doel van het project 

Dit innovatieve project laat de ontwikkeling en demonstratie zien van natuurinclusieve kringlooplandbouw in de Zuid-Hollandse Delta onder gangbaar management door uitwisseling van mest en eiwitrijk voer. Daarbij zetten we in op 6 doelen: 

  • sluiten van de nutriëntenkringloop;
  • bedrijfseconomische rentabiliteit;
  • toename van biodiversiteit (bodem, flora, akkervogels);
  • reductie van inzet van gewasbeschermingsmiddelen;
  • verbetering van bodemkwaliteit;
  • toename van koolstofopslag in de bodem

De kern van de innovatie in de Proeftuin is de integrale analyse en demonstratie van samenwerking van akkerbouw en veehouderij voor uitwisseling van mest en eiwitrijk voer, waarbij gestuurd wordt op bodemkwaliteit, koolstofopslag, biodiversiteit, reductie emissies en bedrijfseconomische rentabiliteit. 

De inrichting van de Proeftuin Van Pallandtpolder 

Het akkerbouw deel in de Proeftuin is de afgelopen jaren ingericht als strokenteelt (30-39 meter) met 6 traditionele akkerbouwgewassen om dicht bij de praktijk in de Zuid-Hollandse Delta te blijven en daarmee haalbaarheid en schaalbaarheid te waarborgen. Gewassen als aardappelen, uien, tarwe, mais, veldbonen en grasklaver vormen de ruggengraat van het bouwplan. Kleine experimenten worden opgezet met aanvullende gewassen zoals kruidenrijk grasland, sorghum, soja of andere eiwitgewassen zoals bijvoorbeeld lupine. Het bouwplan in strokenteelt moet verder worden ingeregeld en geoptimaliseerd, met naast bedrijfseconomisch rendement nadrukkelijk ook toename van biodiversiteit, reductie van inzet van gewasbeschermingsmiddelen, verbetering van bodemkwaliteit en toename van koolstofopslag in de bodem. En om gebruik te kunnen maken van natuurlijke vijanden bij de bestrijding van schadelijke insecten worden akkerranden ingericht en vaste natuurelementen aangelegd (minimaal 10% van de polder).