Project

GLB Pilot: Puntensysteem eco-regeling

Bron foto: steinchen, Pixabay (Pixabay licence)
Samenvatting
  • Projectstatus
    Lopend
  • Looptijd
  • Regio
    Nederland
  • Thema
    Puntensysteem eco-regeling
  • Projectregeling
    EIP
Meer informatie
De ecoregeling is dé grote verandering in het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) dat vanaf 2023 in gaat. Via de ecoregeling worden prestatiegerichte betalingen aan agrariërs vormgegeven voor vijf Europese vergroeningsthema’s: biodiversiteit, bodem, water, landschap en klimaat.

Het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) 2023-2027 wil toekomstbestendig boeren mogelijk maken, natuur versterken en bijdragen aan een leefbaar platteland. Het beloont daarom agrariërs en plattelandsinitiatieven die bijdragen aan verbetering van klimaat en leefomgeving en vernieuwing van landbouwketen en -producten. Het GLB is één van de grootste posten op de Europese begroting. Jaarlijks komt er ongeveer 800 miljoen aan Europees geld richting Nederland om de landbouw en het platteland te ondersteunen en te ontwikkelen. Het geld wordt verdeeld over twee pijlers: de eerste pijler bevat o.a. de basispremie en eco-regeling, de tweede pijler bevat het agrarisch natuur- en landschapsbeheer en bedrijfsinvesteringen. Door heel Nederland, zijn er pilots uitgevoerd, om te onderzoeken hoe het nieuwe GLB aansluit bij de praktijk.

Aanpak

Stap 1: Ontwikkeling van een optimaal maatregelenmenu & puntensysteem:

  • O.b.v. ervaringen van de drie regionale agrarische collectieven die in 2019 en 2020, ieder op hun eigen manier, een puntensysteem voor de ecoregeling ontwikkeld en getoetst hebben in een eerdere serie GLB-pilots;
  • Door opzet te toetsen bij klankbordgroepen.

Stap 2: Ontsluiten van puntensysteem via een tool

  • O.b.v. de wensen die agrariërs in de eerdere ronde GLB-pilots rondom een simulatietool hebben geuit. Deze tool was in 2023 gereed.

Stap 3: Testen puntensysteem en tool bij ruim 80 agrarische bedrijven die een representatieve afspiegeling vormen van de ‘Nederlandse agrariër’.

  • De ondernemer vult de tool in samen met een adviseur van de pilot en onderzoekt:
  • Zijn de maatregelen goed toepasbaar op het bedrijf
  • Kan het makkelijk ingevuld worden
  • Is het voldoende stimulerend
  • Is de financiële compensatie realistisch

Stap 4: 8 demonstratiebedrijven voeren de vernieuwende maatregelen uit dit puntensysteem daadwerkelijk uit en onderzoeken de werking ervan in de praktijk. De focus ligt op maatregelen die alleen gebiedsspecifiek uitvoerbaar zijn, moeilijk te monitoren zijn of aangesloten kunnen worden op duurzaamheidsinitiatieven vanuit de keten. De demonstratiebedrijven zijn niet alleen ‘testlocatie’ maar ook een ‘inspiratielocatie’. Ze kunnen worden bezocht door geïnteresseerden die met hun eigen ogen de werking van het puntensysteem willen zien en geïnspireerd willen worden door de mogelijkheden.

Stap 5: De ervaringen van de ruim 80 testbedrijven en de 8 demonstratiebedrijven zijn de bouwstenen voor toekomstige herzieningen van de ecoregeling met als eindresultaat een puntensysteem dat beter aansluit op regionale en sectorale omstandigheden en nóg stimulerender werkt.

Belangrijkste aanbevelingen uit de pilot zijn:

  • Een breder keuzemenu draagt bij aan een betere samenwerking en meer doelrealisatie. Belemmeringen t.a.v. controleerbaarheid en verifieerbaarheid mogen uitbreiding van het menu niet in de weg staan.
  • Met een sterker geregionaliseerde eco-regeling kan een boer meer en makkelijker bijdragen aan maatschappelijke opgaven.
  • De eco-regeling kan aantrekkelijker gemaakt worden door bonussen te geven.
  • Door fors te investeren in gebruiksvriendelijkheid en behulpzaamheid van de eco-simulatietool kan het maatschappelijk rendement van iedere € eco-premie vermenigvuldigd worden.
  • Alleen als de overheid investeert in herstel van vertrouwen in de sector, in èchte samenwerking en gedeeld eigenaarschap kan de eco-regeling succesvol worden.
  • Om in 2028 een geoptimaliseerde eco-regeling te hebben is het noodzakelijk in 2024 samen met de sector te starten met het ontwerp hiervoor.

Samenwerkingspartners: Flevolands Agrarisch Collectief, Collectief Groningen West, BoerenNatuur, LTO Nederland

    Bronnen

    (2)