Nieuws

Terugblik: Online bijeenkomst - Habitatvoorkeuren kievit

Weidevogel kievit foeragerend - Jurryt Zwerver via Shutterstock
Bron foto: Jurryt Zwerver, Shutterstock
Samenvatting
  • Onderwerp
    Kievit
  • Interessant voor
    Natuurinclusieve boeren, beleidsmakers, onderzoekers
Bekijk de bronnen
Op maandag 19 juni deelde Jelle Loonstra, ecoloog bij Altenburg en Wymenga, de belangrijkste bevindingen uit het zenderonderzoek naar de habitatvoorkeuren van kievit-gezinnen op grasland tijdens het broedseizoen. Dit onderzoek is uitgevoerd in 2022 in samenwerking met Erik Kleyheeg, (Sovon), Maja Roodbergen (Sovon) en Tim Visser (Wageningen Environmental Research).

In zeven verschillende weidevogelgebieden is onderzoek gedaan naar bewegingen van de kievit-gezinnen gedurende de kuikenfase. De volwassen kieviten zijn hiervoor voorzien van zenders. Vervolgens zijn de GPS-punten van waar de oudervogels zaten vergeleken met referentiepunten en met GPS-punten die de oudervogels hadden verlaten. Op al deze punten zijn wekelijkse veldmetingen verricht. Download de presentatie van Jelle Loonstra.

Kievitspunten

Als de kievitspunten worden vergeleken met de referentiepunten, valt gelijk op dat de kievitspunten vrijwel altijd vochtiger zijn, een lagere vegetatie hebben, de bodemweerstand lager is en er meer geleedpotigen aanwezig zijn. Het aantal geleedpotigen is gemeten met potvallen. Daaruit blijkt dat kevers het grootste deel van de biomassa aan geleedpotigen uitmaken. Op kievitspunten kwamen er gemiddeld maar liefst 6,5 keer meer kevers voor dan op de referentiepunten. Dit suggereert dat kevers waarschijnlijk een belangrijke voedselbron vormen voor kievit-gezinnen. De vergelijking tussen de kievitspunten en de verlaten punten was lastig te maken, omdat de steekproef te klein was. Wel valt op dat het aantal vochtige plekken sterk afnam gedurende het broedseizoen wat zorgde voor steeds minder geleedpotigen.

De invloed van droogte en predatie

Uit eerder onderzoek weten we dat oudere kievit-kuikens (ong. na twee weken) meer behoefte hebben aan grotere geleedpotigen en wormen. Deze waren mogelijk steeds minder goed bereikbaar door de droogte, waardoor de kievit-gezinnen zich moesten verplaatsen naar de laatste geschikte plekken. Dit kan ook verklaren waarom kievitskuikens die later in het seizoen geboren waren een lagere overlevingskans hadden dan vroeg geboren kievitskuikens. De hoge predatiedruk van 2022 lijkt sterk verband te houden met de droogte, omdat de kievit-gezinnen zich sterk clusterden in de laatste overgebleven geschikte graslanden en de kuikens daardoor makkelijker ten prooi vielen. Dit jaar loopt een vervolgonderzoek naar kievit-gezinnen op bouwland. Daaruit blijkt al dat de kuikenoverleving dit jaar minstens drie keer zo hoog is als in 2022. Dit komt waarschijnlijk door het gunstige natte voorjaar met veel meer vochtige, voedselrijke plekken tot gevolg. Bovendien lijken grasstroken naast of nabij bouwland een belangrijk habitat voor oudere kuikens.

Beheertip

Als beheertip benadrukt Loonstra nogmaals dat vochtige, korte graslanden van groot belang zijn voor kievit-gezinnen. Naast schrale graslanden, kan beweiding helpen bij het korthouden van de vegetatie.