Landelijke Onderwijsdag Natuurinclusieve landbouw; “Ons voedselsysteem steekt de planeet in de fik.”
Onderwerp
terugblik, natuurinclusieve landbouw
Interessant voor
docenten, groen onderwijs
Bij de start van de vijfde landelijke onderwijsdag, 28 november op de Wageningse campus, herinnert dagvoorzitter Ger van Laak (Yuverta) de ruim honderd bezoekers van de dag aan de basis. Waarom zijn ze hier op deze dag? Met een green deal hebben organisaties in het groene onderwijs zich verbonden aan de opgave om natuurinclusieve landbouw verder te integreren in het curriculum van het groene onderwijs. Dat doen ze met kwalificatiedossiers, lespakketten of games, of door elkaar als onderwijs te helpen en te informeren. Bijvoorbeeld op een dag als deze.
Sprekers
Petra van Egmond van het ministerie van LVVN is een van de plenaire sprekers. De aandacht voor natuur is nodig, zegt ze, want er liggen opgaves zoals Natura2000, de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR) en de Kaderrichtlijn Water (KRW). De aanpak van mest en stikstof heeft misschien vertraging opgelopen, maar staat niet in de ijskast.
Andere sprekers zijn Anja Kuipers, opleidingsdirecteur van de Wageningse plantopleidingen, en Dirk van Apeldoorn, agronoom bij Plant Research. Kuipers vertelt hoe plant sciences aan natuurinclusiviteit werken. Bijvoorbeeld in een nieuwe BSc-minor over veerkrachtige teelt in een veranderend klimaat. Ook gaan studenten van mbo, hbo en wo in 2025 in een hackaton zich gezamenlijk verdiepen in de aanpak van een toekomstbestendige landbouw.
“Ons voedselsysteem steekt de planeet in de fik”, zegt Van Apeldoorn. Dat voedselsysteem is verantwoordelijk voor zo’n 30 procent van de uitstoot aan broeikasgassen. Het systeem draagt op die manier zwaar bij aan klimaatverandering. Hoe kun je dat veranderen?
Hij spreekt over change agents zoals meer diversiteit in landbouwsystemen en lokale verbondenheid tussen producenten, landschap, burgers en consumenten. Verder kun je op school een biodiversity challenge organiseren. Of je kunt boeren betalen voor ecosysteemdiensten.
De laatste plenaire solospreker is zo’n boer: Jaring Brunia, regeneratief melkveehouder. Voor hem is een goed bedrijf niet zozeer een bedrijf met maximale winst, maar een bedrijf waar een boer zoals hij blij van wordt. Geen kunstmest, wel veel weidevogels. Als je het slim aanpakt, betoogt hij, bijvoorbeeld rekening houdt met beweiding op het moment van maximale grasgroei, zijn er genoeg kansen.
Op de dag is er ook een docentenpanel; met Marrit Rijkmans, Vonk (vmbo), Jacco Makkenze, Yuverta (mbo), Diederik Sleurink, VHL (hbo) en opnieuw, Dirk van Apeldoorn namens Wageningen University. Zij vertellen wat er bij hen op school gebeurt aan natuurinclusieve landbouw.
Werksessies
Ten slotte zijn er veertien werksessies. Kleine groepjes verspreid over verschillende lokalen verdiepen zich in allerlei gerelateerde onderwerpen. Ze kijken bijvoorbeeld naar maatregelen in de akkerbouw, betere leefomstandigheden voor de patrijs, in agro-ecologie, regionale initiatieven en de waarde van elke boer. Ze kijken naar een game over boerennatuur, hoe je ook op het schoolplein biodiversiteit kunt zien, hoe onderwijs kan bijdragen aan regeneratieve landbouw en wat je over natuurinclusieve landbouw kunt vinden op Groen Kennisnet. Ze maken kennis met een praktijkhandboek van Louis Bolk en CLM en een nieuw keuzevak voor vmbo over natuurlijk groen.
Er is ook een workshop over de aanpak van Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) in de praktijk. Dat wordt uitgevoerd door BoerenNatuur, een landelijke vereniging van 40 agrarische collectieven met in totaal zo’n 12.000 deelnemers.
Een boodschap op de onderwijsdag gaat over enthousiasme, het woord komt geregeld voorbij. Dat enthousiasme voor natuur en natuurinclusiviteit is er al in hoge mate. Je ziet het bijvoorbeeld bij de leden van BoerenNatuur, denkt adviseur Arjen Werkman. Maar kennis helpt, zegt hij. “Je ziet dat mensen die er meer vanaf weten enthousiast worden.”